De natuur is vaak onvoorspelbaar, maar soms ook helemaal niet. Zeer voorspelbaar is de terugkeer van de gierzwaluwen van hun overwintering in Afrika. Ze hebben er dan een tocht van bijna 10.000 kilometer opzitten. Voor velen is de terugkeer van de gierzwaluw het moment waarop de lente echt begint. Gevederde blijdschap!
Met gemak 150 km per uur
Gierzwaluwen zijn extreem goede vliegers. Ze vliegen met gemak 150 km/uur en zijn zo gewend aan het leven in de lucht dat ze zelfs vliegend slapen. Per dag vangen ze vele duizenden muggen en andere insecten uit de lucht. Daarom zijn ze zeer wendbaar en hebben smalle sikkelvormige vleugels. Als de vogels landen is dat om te broeden of omdat er iets mis is. De poten van de gierzwaluw zijn geschikt om aan rotswanden of muren van huizen te hangen, lopen kunnen ze niet echt. Als het moet kunnen ze hooguit een beetje strompelen. Opstijgen vanaf de grond is moeilijk. Als je ooit een gierzwaluw op de grond aantreft, gooi hem dan nooit in de lucht. De kans is groot dat de vogel (opnieuw) valt. Hang de vogel met zijn klauwen voorzichtig aan een richel of muur met enkele meters vrije ruimte eronder. Een gezonde vogel zal dan zelfstandig wegvliegen.
Oeverzwaluwen
Al even bijzonder is de kolonie oeverzwaluwen die er jaarlijks gangen graven om in te broeden. In het natuurgebied Groeve Oostermeent ontstond bij de afgraving een steile grondwal van ongeveer 400 meter lengte. Op sommige plaatsen is een hoogteverschil van 3 meter te zien. De zandhellingen die vanaf de Warandebergen naar de groeve lopen zijn plaatselijk behoorlijk steil. Deze grondwal wordt als broedplaats gebruikt door een kleine kolonie oeverzwaluwen.
