Eind februari raasden 3 pittige stormen in onze natuurgebieden, met als gevolg veel omgewaaide bomen en takbreuk. De afgelopen- weken zijn onze boswachters druk geweest met het opruimen van de takken op de paden. Alle paden zijn weer vrij. De omgevallen bomen in het bos blijven liggen. Het hout van de bomen en takken op de paden blijft achter in het bos als dood hout. Waarom is dat eigenlijk?
Schade en veiligheid
Als gevolg van de storm was er behoorlijke overlast en schade ontstaan in onze natuurgebieden op paden en wegen en op rasters. In enkele gevallen ging het om directe schade wanneer een boom aan een erfgrens stond en op een hek of een schuurtje was gevallen.
Dit leidde tot overlast maar ook tot onveilige situaties. Bij onveilige situaties of schade, wordt het stormhout direct opgeruimd. Maar dat gebeurt niet in alle gevallen. Soms is het niet direct zichtbaar dat er een afgebroken tak loshangt in een boomkruin en gevaar oplevert.
Paden zijn weer allemaal vrij
We hebben inmiddels alle takken en bomen geruimd die overlast veroorzaakte, zoals een boom over een wandelpad. Bij het opruimen proberen we de takken en stam zo veel mogelijk in één stuk te laten. Dit is natuurlijker en het verrottingsproces gaat dan langzamer. Met een kraan kunnen we vaak hele bomen iets opschuiven de bosrand in. Minder doorzagen is beter voor de natuur en het milieu. Wanneer we met de hand werken zijn we vaak wel gedwongen om het in kleinere hanteerbare stukken te zagen, omdat het anders niet te verplaatsen is. Overigens ruimen we niet alle paadjes op. Kleinere sluippaadjes of zogenaamde ‘olifantenpaadjes ’laten we soms’ bewust dicht liggen met omgevallen bomen en takken. Door het dicht te laten ontstaat er meer rust in een gebied.
Storm biedt ook kansen
De storm biedt ongemak en schade, maar biedt ook veel kansen voor de natuur. De stormen hebben gelukkig niet geleid tot grote stormvlaktes waarbij hele stukken bos zijn omgewaaid. Door de regen was de bodem volledig verzadigd met water, was de bodem zachter en stonden de bomen iets losser in de grond. Het zijn vooral individuele bomen die zijn omgewaaid, die af en toe twee tot drie bomen ernaast in de val hebben meegenomen. Verder is er vrij veel takhout of stukken uit boomkruinen geknapt door de harde windvlagen.
Natuurontwikkeling en ecologie
Een storm heeft dus niet alleen negatieve gevolgen, eigenlijk is het onderdeel van een natuurlijke boscyclus. Elke boom maakt gedurende zijn leven wel enkele zware stormen mee. Doordat veel bomen zijn omgevallen of door takken en bomenkruinen die zijn uitgebroken is de hoeveelheid doodhout in het bos flink toegenomen. Dit geeft veel kansen voor andere soorten. Mossen, schimmels, paddenstoelen, kevers, insecten, vogels en knaagdieren maken dankbaar gebruik van de omgevallen boom. Zo heeft het hout een belangrijke ecologische rol als voedingsbron, schuilplaats, nestgelegenheid. ‘Dood hout leeft’, is een bekende uitdrukking. Bomen zijn levensvormen die lang leven, veel langer dan wij. Maar ook nadat de boom is afgestorven vervult het nog vele jaren een belangrijke rol in het ecosysteem. Door de stormen is het aantal omgevallen bomen in het bos flink verhoogd. Ook het aantal zware, dikke bomen. Sommige staan nog half overeind, anderen liggen volledig op de grond. Het draagt allemaal bij aan meer biodiversiteit.
Structuur en variatie in het bos
Door de storm heeft de natuur ons ook geholpen om meer structuur en variatie te krijgen in het bos. Veel bossen zijn aangeplant in de vorige eeuw. Dit gebeurde vaak met één boomsoort en allemaal van dezelfde leeftijd, zogenaamde monoculturen (één soort zelfde leeftijd). In de afgelopen decennia is geleidelijk al wel meer variatie ontstaan, maar het zijn zeker nog geen natuurlijke bossen. Door omgevallen bomen ontstaat er een gat in het kronendak. Dit geeft ruimte aan de andere bomen om de kroon verder te ontwikkelen, maar het geeft ook meer licht op de bodem. Hiervan profiteren planten en (jonge) bomen.
Is een boom ontwortelt, dan geeft het ontstane gat in de open grond weer allerlei mogelijkheden. Een ecosysteem op zich. Mossen, planten, insecten, graafwespen, vogels, muizen, etc. maken hier dankbaar gebruik van. Bomen die gebroken takken hebben of waar een stuk uit de kroon is geknapt worden grilliger. Soms ontstaan er gaten in de stam. Grotere en grilliger kronen geven meer kans aan vogels, waaronder roofvogels om nesten te bouwen. Gaten en zachte plekken in stammen geven kans aan spechten, uilen, marters om een hol of rustplek te maken. Al met al best een mooie ontwikkeling. Ons bos wordt er robuuster en gevarieerder door. Wij kijken uit naar hoe de natuur zich zal ontwikkelen.