In mei vliegen de meikevers. Vooral in de schemering of avond kun je ze tegenkomen op de hei, op open plekken in het bos of in uw tuin of huis. Het zijn bruine behoorlijk grote kevers die wat onbeholpen vliegen. Ze kruipen in deze maand massaal uit de bodem, vandaar hun naam.
Meikevers doen er 3 jaar over om zich te ontwikkelen tot een kever die slechts enkele weken rondvliegt. Het grootste deel van hun leven brengen de meikevers onder de grond door als een bleekgele larve, die engerling wordt genoemd. Die larven die uiteindelijk ruim 4 cm lang worden eten wortels van kruidachtige planten en grassen. Tuinders zijn daar niet altijd blij mee, maar in de natuur is dat geen probleem. Dassen vinden de larven erg lekker.
Feestmaal
De volwassen kevers eten graag bladeren van eiken en beuken. Aantallen wisselen sterk per jaar. Ze zwermen op warme avonden in mei vaak rond alleenstaande bomen op de hei. Vleermuizen, boomvalken en andere vogels grijpen dan hun kans en hebben een feestmaal. De kevers oriënteren zich op het licht van de maan. Vaak raken ze in de war door kunstlicht. Daar blijven ze rondjes vliegen tot ze uitgeput neervallen. Als ze in huis terecht komen kunt u ze veilig oppakken en naar buiten brengen.
Vroeger werden meikevers gegeten en verwerkt in soep. Mogelijk komt de uitdrukking een meikeverjaar daar vandaan. Dat wil zoveel zeggen als een goed of productief jaar.