GNR > Actueel > Nieuws > Stikstofschade in de natuur

Stikstofschade in de natuur

Stikstofschade in de natuur

Foto: Tjitske Sluis.

Stikstof is ook een probleem voor de natuur in het Gooi. Er komt te veel stikstof in de vorm van ammoniak en stikstofoxiden in de natuurgebieden terecht. Ammoniak komt uit meststoffen van boerenbedrijven en stikstofoxiden komen van verkeer en industrie. Stikstof verzuurt de bodem waardoor belangrijke mineralen voor planten en dieren uitspoelen. Ook komt er aluminium in de bodem vrij. Bomen en het bodemleven kunnen daar slecht tegen. Het Goois Natuurreservaat (GNR) onderzoekt wat er nodig is om de natuur in heide en bosgebieden te kunnen herstellen

Stikstofdepositie

Stikstofdepositie is de neerslag van stikstofverbindingen uit de lucht op de grond. Dit gebeurt meestal door regen of in de vorm van fijnstof. Stikstof zelf is niet schadelijk, maar wanneer stikstofdeeltjes zich binden met zuurstof en waterstof, ontstaan schadelijke stoffen zoals stikstofoxiden (NOx) en ammoniak (NH3).

Gezonde bodem als basis

Een gezonde bodem is essentieel voor een gezond ecosysteem. Bodemdieren zoals bacteriën, schimmels en insecten
spelen hierin een belangrijke rol. Door stikstofdepositie wordt de bodem zuurder, waardoor calcium oplost en bodemdieren niet genoeg kalk binnenkrijgen. Dit heeft invloed op bijvoorbeeld vogels die deze dieren eten. Bij gebrek aan kalk worden hun eierschalen dunner, en het komt voor dat kuikens hun pootjes breken. Ook bomen lijden onder de verzuring. Eiken sterven sneller omdat hun wortels slecht groeien. Ze maken minder blad aan en, de oplettende kijker ziet dat de kroon van de boom steeds meer open wordt en uiteindelijk afsterft.

Dichtgroeien heide en stuifzand

Te veel stikstof in de natuur leidt ook tot woekering van stikstofminnende planten, zoals pijpenstrootje, bochtige
smele, bramen en brandnetels. Als deze in het heidelandschap domineren gaat dit ten koste van karakteristieke plant- en diersoorten, zoals struikheide, korstmossen, heideblauwtje, sprinkhanen, en de levendbarende hagedis. Op de stuifzanden verdwijnen soorten als zandzegge en de boomleeuwerik, terwijl de mossoort en invasieve exoot grijs kronkelsteeltje (tankmos) juist gaat domineren. Het vormt dichte zoden op de bodem waardoor de korstmossen, zoals de dove heidelucifer, langzaam verdwijnen. Dit heeft grote gevolgen voor de biodiversiteit.

Mogelijke oplossingen

Het Goois Natuurreservaat beheert verschillende natuurgebieden binnen het Natuur Netwerk Nederland (NNN), die beschermd zijn. Als natuurbeheerder heeft GNR de taak om de biodiversiteit en beschermde soorten te behouden. Er
worden verschillende maatregelen onderzocht om de gevolgen van stikstof te verminderen. Een daarvan is het inzetten van grazers, zoals Drentse heideschapen en Schotse hooglanders. Maar dat alleen is niet genoeg.

Herstel met steenmeel

Een andere maatregel is het herstel van de mineralenvoorraad in de bodem door het uitstrooien van kalk of steenmeel. Steenmeel is fijn gemalen gesteente waarvan de mineralen langzaam vrijkomen door verwering. Dit kan de verloren mineralen in de bodem aanvullen. Er is landelijk onderzoek gedaan naar de effectiviteit van steenmeel op de bodemkwaliteit en de natuur. De eerste resultaten zijn positief, en daarom onderzoekt het GNR of het uitstrooien van steenmeel ook in het Gooi zinvol is. Volgend jaar zal blijken of het een effectieve maatregel is en hoeveel kalk of steenmeel er nodig is. Dit onderzoek wordt gefinancierd vanuit de subsidie voor natuurherstel van de provincie Noord-Holland. 

Gerelateerde berichten